Willem II college en University of Tilburg

In je middelbare schoolperiode heb je ontzettend veel vrienden opgedaan waarvan er veel hier aanwezig zijn.

Je vond het een feest om iedere dag naar school te gaan. Je maakte je huiswerk zonder dat wij je daartoe aan hoefden te zetten. Aangezien je naast Latijn ook een jaar Grieks had gevolgd, mocht je met school mee naar Griekenland. 

Hockey was ook in deze periode erg belangrijk voor je. 

Met 15 kreeg je je eerste baantje bij Supermarkt Groenwoudt als vakkenvuller. Ook daar had je veel lol met collega’s en je werkte met plezier. Met hen bezocht je vanaf je 16de café Costa op de Heuvel.

Als het in de zomers van toen erg warm was, gingen we met een tuinstoel in het zwembad zitten. om verkoeling te zoeken.

Bij extreem warm weer sliepen we ook wel eens in de tuin op slaapmatjes en in of op een slaapzak. Werd je wakker in de vroege ochtend dan miste er een persoon: Giel had zijn boeltje ’s nachts opgepakt en was binnen op de bank gaan liggen omdat de hooikoorts en ongedierte hem teveel waren .

Vanaf je 16e liet je je gaan met carnaval. Zou het iets met bier te maken hebben?

Één van je vrienden kroop bij ons achter onze naaimachine om jullie carnavals-outfit te maken. Jullie sliepen dat jaar met z’n vieren op jouw kamer. Na terugkomst uit de stad aten jullie altijd eerst een broodje knakworst. Dit was al langer een traditie na het uitgaan.

Na het behalen van je gymnasiumdiploma kon het echte werk beginnen : je ging studeren maar welke richting was nog even onduidelijk. Je twijfelde tussen geschiedenis en bedrijfseconomie. Het is bedrijfseconomie geworden aan de University of Tilburg.